Stel je het volgende eens voor.
Je doet mee aan een televisiekwis. Je bent in de laatste ronde. Hier kom je aan bij drie precies dezelfde deuren.
Achter een van deze deuren, die nu nog gesloten zijn, bevindt zich een geldprijs van 1 miljoen euro. Achter de twee andere deuren zit niets.
Je mag een van deze drie deuren openen. Als je de deur opent met de prijs erachter, ben je miljonair. Als je een van de deuren opent waar niets achter zit, ga je met lege handen naar huis.
Je kiest een deur. Deze deur blijft nog gesloten, maar de kwismaster opent nu een van de twee andere deuren. Achter deze deur zie je niets. De deur die je gekozen hebt, blijft nog gesloten. De kwismaster biedt je echter wel de mogelijkheid om nog van deur te wisselen, dat wil zeggen de overgebleven deur te kiezen die niet door de kwismaster is geopend.
Welke van deze uitspraken is waar?
- Het is heel onverstandig om van deur te wisselen, want de kans dat je de prijs van 1 miljoen wint, wordt kleiner
- Het is heel verstandig om van deur te wisselen, want de kans dat je de prijs van 1 miljoen wint, wordt groter
- Het maakt niets uit of je wel of niet voor de andere deur kiest.