De pastoor gaat op huisbezoek bij Henk en Ingrid. Zij zijn een jaar getrouwd. De pastoor informeert: “Nog geen gezinsuitbreiding hier?” “Nee,” zegt Henk, “We oefenen vaak, maar het is ons nog niet gelukt.” “Nou,” zegt de pastoor, “ik ga deze week naar Rome en daar zal ik een kaars opsteken voor jullie.” Jaren later gaat de pastoor wederom op huisbezoek. Ingrid komt naar voren en veegt haar handen af aan haar schort. “En Ingrid hoe gaat het hier?” vraagt de pastoor. “Goed mijnheer pastoor. Wij hebben 12 kinderen. Ons Els, Mieke, Jan, Elly, Teun, Mary, Henny, Greet, Nel, Nancy, Bobby en Hans. ”Kijk eens aan, kijk eens aan.“ zegt de pastoor. ”Is Henk ook thuis?“ ”Nee mijnheer pastoor, hij is naar Rome.“ ”Naar Rome? Wat gaat hij daar doen?“ ”Die kaars uitblazen, mijnheer pastoor!"